Er zijn weinig onvermijdelijkheden in het leven, maar de voortdurende beweging voorwaarts is er zeker een van. Zoals het nummer van Freddie Mercury zegt: ‘de tijd wacht op niemand.’ Het zand van de tijd blijft vallen en de wijzers blijven doorgaan, ongeacht onze gevoelens hierover. Dat feit drijft ons vooruit, laat ons meer doen. En dus gaan we verstandiger met onze tijd om, streven er altijd naar om één oog op de klok gericht te houden, zodat de seconden, minuten en uren niet door onze vingers glippen. Dit kan natuurlijk niet zonder een soort tijdwaarnemingsmechanisme en het horloge – inclusief het houten horloge – vulde die behoefte mooi in. Maar met het verstrijken van de jaren zijn deze uurwerken meer een fashionstatement geworden dan alleen een praktisch hulpmiddel.
Benieuwd naar alleen het verhaal achter deze ontwikkeling of misschien alleen de geschiedenis van het horloge? Nou, het is geen wonder. Deze geschiedenis wordt zelden verteld, maar is niettemin fascinerend. Het heeft zijn wortels in het Europa van de 16e eeuw en is geëvolueerd van de door een veer aangedreven draagbare klokken van die tijd. Het werd in 1505 gemaakt door een Duitse slotenmaker genaamd Peter Henlein, die vermoedelijk moe was van de onpraktischheid, onnauwkeurigheid en importeerbaarheid van andere tijdwaarnemingsoplossingen, en wordt grotendeels beschouwd als ’s werelds oudste horloge.
Hoewel hij het niet was die de uitvinding daadwerkelijk een ‘horloge’ noemde. Die eer komt toe aan lokale zeilers van die tijd, die het in plaats van hun zandloper gebruikten om hun 4-uurdiensten, die gewoonlijk horloges werden genoemd, in de gaten te houden. De vereniging bleef hangen en werd al snel de officiële term, zelfs tot op de dag van vandaag. Vanaf dat moment evolueerden horloges snel, met het herkenbare platte ontwerp van vandaag in 1675, het polshorloge in 1868, het elektrische in de jaren vijftig en het eerste quartz uurwerk in 1969.
Maar hoe zit het met het houten horloge? Dat kwam een paar jaar later, in 1980, gemaakt door James Borden, een reparateur die nog nooit ervaring had met de mechanismen van de kleine techneut. Hij was er echter door gefascineerd en besloot dat hij het met zijn eigen hand (of liever: pols) wilde proberen. Omdat metaalbewerking niet bijzonder toegankelijk voor hem was, besloot hij zijn horloge te maken van wat hij bij de hand had en waarmee hij kon werken: hout. Dat deed hij, dus het houten horloge was geboren, alle stukken minus het kwartskristal werden volledig van het spul gemaakt.
Hoewel geboren door een gebrek aan andere materialen – de noodzaak is tenslotte de moeder van de uitvinding – is het houten horloge iets meer geworden. Tegenwoordig is het een mode- en persoonlijk statement in één, een zet om op te vallen en tegelijkertijd een stap dichter bij de natuur te komen. Het is in de loop der jaren ook een beetje een ethische verklaring geworden, een stap om de schade aan ons milieu te verminderen, aangezien bijna elk modern houten horloge volledig is gemaakt van teruggewonnen materialen. Waar gaat het vanaf hier heen? Dat is de beste gok van iemand. Maar we zijn er zeker van dat wat er daarna komt net zo geweldig en innovatief zal zijn als alles wat eerder is gekomen, en we kunnen niet wachten om het te zien.